Coördinatoren DKO

Inhoud

  1. Inleiding
  2. Beknopte samenvatting
  3. Ingrepen in volgorde van belang
  4. Bespreking per thema

70 respondenten

Inleiding

In dit document analyseren we de planlastbevraging van de directies DKO. Eerst wordt een algemene, korte samenvatting gegeven waarna elk thema specifiek behandeld wordt. VerDi en DenkBeeld maken bedenkingen en aanbevelingen die terug te vinden zijn in de grijze blokken.

Omdat de bevraging in de maand juni ’22 liep, werd intussen reeds (deels) tegemoet gekomen aan bepaalde problematieken die gesignaleerd worden. We denken hierbij specifiek aan de koerswijziging die de onderwijsinspectie maakte wat betreft hun vereisten omtrent leerlingenevaluatie.

Beknopte samenvatting

Als tussenschakel in de keten tussen leerkrachten en directie, voelen pedagogisch coördinatoren duidelijk een sterk planlastgevoel als gevolg van de frequent wijzigende regelgeving. Dat probleem vormt meteen het belangrijkste item voor hen in het thema administratie. 

 

Omwille van dezelfde redenen geven zij aan dat ook de late communicatie van en de jaarlijks wisselende omkadering planlastverhogend werkt en hen organisatorisch in de problemen brengt. Omwille van te weinig tijd tijdens de lesweken, vervullen coördinatoren regelmatig werk tijdens schoolvakanties, wat eveneens planlast in de hand werkt. 

 

Qua beleidstaken geeft men aan dat de introductie van het Referentiekader Onderwijskwaliteit (OK) en de vereiste om aan de kwaliteitsverwachtingen te voldoen, resulteren in een hoger planlastgevoel. Als vak- of projectverantwoordelijke zijn coördinatoren in een academie immers verantwoordelijk voor onder meer het luikje leef- en leerklimaat van het OK. Ook de organisatie van promotie en het horizontaal en verticaal afstemmen van het aanbod over de graden heen zijn nieuwe vereisten in het DKO en zorgen voor extra planlast. 

Belangrijk om mee te nemen is dat coördinatoren het erover eens zijn dat ze over te weinig tijd beschikken om al hun taken naar behoren uit te oefenen. Coördinatoren in het DKO krijgen – terwijl zij een onontbeerlijke schakel vormen – traditioneel een kleine coördinatieopdracht omwille van de beperkte omkadering en 3%-limiet, gekoppeld aan een (grote) lesopdracht. De invoering van een structureel middenkader waar een aantal van dezen opdrachten in ondergebracht kunnen worden zou hier een antwoord op bieden.

De opvolging van personeel, het deelnemen aan selectieproeven voor nieuwe leerkrachten en het contact met de collega’s, worden als erg positief ervaren. DKO-coördinatoren weten bovendien wat er leeft bij hun collega’s en kunnen de professionaliseringsnoden correct inschatten. 

 

De taken omtrent communicatie vormen geen extra planlast voor de respondenten. Bovendien worden afspraken rond communicatie goed opgevolgd binnen academies. Er is echter te weinig tijd om te ‘deconnecteren’. 

 

Wat professionalisering betreft: coördinatoren ervaren voldoende mogelijkheden voor overleg met collega’s. Ze zijn een andere mening toegedaan over voldoende voorbereid zijn vanuit hun opleiding voor hun specifieke taken. Ze zijn het er tevens over eens dat er te weinig tijd is om te kunnen groeien in hun taak en om zich bij te scholen.

Dit kan te maken hebben met het feit dat zij doorgaans hun (kleine) coördinatietaak combineren met een (grote) lesopdracht. 

Een wezenlijk deel van hun tijd zijn coördinatoren bezig met het oplossen van mankementen. Meer ondersteuning op vlak van BVH door het schoolbestuur, en meer middelen vanuit de Vlaamse Overheid om investeringen in infrastructuur te realiseren, kunnen tegemoetkomen aan de noden van het DKO en de coördinatoren. 

Ingrepen in volgorde van belang

DKO-coördinatoren stellen volgende ingrepen voor om een grondige planlastvermindering te bewerkstelligen (in volgorde van belang):

  1. Structureel invoeren van voldoende beleidsondersteuning/coördinatie 
  2. Administratieve vereenvoudiging
  3. Ommeslag maken vanuit de overheid van een controlecultuur naar een vertrouwenscultuur
  4. Doordachte en goed geïmplementeerde regelgeving
  5. Tijdige communicatie van wijzigende regelgeving
  6. Tijdige communicatie van omkadering
  7. Performantere administratiesoftware
  8. Duidelijke verwachtingen rond leerplannen en het academie-eigen maken ervan
  9. Betere ondersteuning vanuit schoolbestuur 
  10. Sterkere professionaliseringstrajecten/nascholing

De pedagogisch coördinatoren geven duidelijk aan dat de huidige planlast weegt op hun welbevinden. 

Bespreking per thema

1. Administratie

De pedagogisch coördinatoren in het deeltijds kunstonderwijs geven aan dat de frequent wijzigende regelgeving resulteert in extra planlast. Wat betreft de tijd die ze moeten besteden aan bijkomende subsidie-aanvragen of GDPR-regelgeving is het duidelijk dat deze administratieve aspecten meestal niet bij hen terecht komen en dus ook niet zorgen voor planlast.

Een meerderheid gaat akkoord dat er de digitale tools die door de academie ter beschikking gesteld worden, een hulpmiddel vormen om de onderwijstaken uit te voeren. 

2. Organisatie

Ook de late communicatie van en de jaarlijks wisselende lestijdenpakketten bezorgen de coördinatoren planlast. Een ruime meerderheid geeft aan dat ook het werken tijdens vakantieperiodes zorgt voor extra druk. Wat het opzoeken van regelgeving betreft, stellen we een evenwichtig beeld vast. Ongeveer de helft geeft aan dat deze opdracht bij hun takenpakket behoort, maar dat dit niet zorgt voor extra planlast. 

3. Beleid

Qua beleidstaken is het beeld erg divers. Waar een meerderheid van de respondenten van mening is dat kwaliteitszorg behoort tot de vaste taken van een coördinator en dus geen planlast vormt, is slechts een minderheid akkoord dat dat ook geldt voor het realiseren van de verwachtingen uit het Referentiekader Onderwijskwaliteit. Coördinatoren geven bovendien aan dat de organisatie van promotie en het afstemmen van het aanbod over de vakken en graden heen eerder wel planlast betekenenvoor hen. Het opvolgen van het zorgbeleid daarentegen eerder niet. 

Een grote meerderheid van de respondenten ervaart te weinig tijd om op een gedegen manier met hun beleidstaken bezig te zijn. Ook voor hun andere taken als coördinator zijn ze dezelfde mening toegedaan.

4. Personeel

Op vlak van personeel is het bilan eerder positief: het opvolgen van collega’s, het zoeken van de juiste versterkingen voor de academie en het contact met de collega’s vormen voor de meeste coördinatoren geen extra planlast. 

Ze geven bovendien aan dat ze goed weten wat er leeft bij hun collega’s en dat ze hun professionaliseringsnoden juist kunnen inschatten. 

5. Communicatie

Een evenwichtig beeld treffen we eveneens aan bij het thema communicatie. Communicatie met de ouders, leerlingen en collega’s en externe partners wordt door een belangrijk deel van de coördinatoren niet ervaren als planlastverhogend. 

De afspraken binnen de academies rond interne en externe communicatie worden volgens hen gerespecteerd. Een meerderheid geeft echter aan dat er te weinig ruimte is om te ‘deconnecteren’. 

6. Professionalisering

Wat het aanbod goede opleidingen betreft, zijn de meningen ongeveer gelijk verdeeld. Coördinatoren in het DKO ervaren zonder twijfel voldoende mogelijkheden tot informeel en formeel overleg met collega’s. De kennis en vaardigheden die ze vanuit hun opleiding hebben verworven om als coördinator te fungeren, vinden ze echter voor verbetering vatbaar. 

Bovendien zijn ze het over het algemeen over eens dat er te weinig tijd is om te kunnen groeien en om zich bij te scholen als coördinator. 

7. Infrastructuur-materiaal

Coördinatoren besteden veel tot heel veel tijd aan het aanpakken van mankementen aan de infrastructuur of aan materialen. Zij worden ook betrokken bij BVH-dossiers, wat voor hen voor extra planlast zorgt.